De gerechten van een lidstaat waarvan het recht door de erflater overeenkomstig artikel 22 is gekozen, zijn bevoegd om over de erfopvolging uitspraak te doen indien:
a) | een eerder aangezocht gerecht zich in dezelfde zaak onbevoegd heeft verklaard overeenkomstig artikel 6, of |
b) | de partijen in het geding zijn overeengekomen om overeenkomstig artikel 5 bevoegdheid te verlenen aan een gerecht of de gerechten van die lidstaat, of |
c) | de partijen in het geding de bevoegdheid van het aangezochte gerecht uitdrukkelijk hebben aanvaard. |